1 Begin bijtijds
Hoe eerder jij je kind leert dat opruimen nu eenmaal bij het leven hoort, hoe minder strijd je erover hoeft te voeren. Betrek je kind bij opruimklusjes vanaf het moment dat de kleine dreumes kan lopen.
Heel hard: ‘En nu ben ik het zat. Als ik over een halfuur terugkom, is je kamer he-le-maal opgeruimd!’ uitroepen, lucht waarschijnlijk enorm op. Het heeft alleen weinig effect. Geef grotere kinderen en pubers een behapbare opdracht, die in termen van uitvoering en verwacht resultaat niets aan duidelijkheid te wensen overlaat. Zeg bijvoorbeeld: ‘Zet de boeken in je boekenkast terug.’ Of ‘Maak je bed op.’ Of ‘Gooi de was in je wasmand.’ Dat werkt stukken beter.
3 Maak het makkelijk
Leg de lat niet te hoog en laat met name kleine kinderen hun speelgoed sorteren in goed bereikbare manden, kisten of kasten: de barbiepoppen en barbiespullen in de barbiedoos, de stukken spoorbaan plus locomotief in de rieten mand, en de boeken in de boekenkast. Label de opbergdozen of -bakken eventueel met pictogrammen, plaatjes of stickers van het betreffende speelgoed, en geef ze een vaste plek. En maak het jezelf makkelijk door speelgoed dat altijd enorme ravage veroorzaakt, buiten hun bereik op te bergen en alleen op aanvraag tevoorschijn te halen.
4 Doe het samen
Laat je kind niet alleen aanmodderen en ruim ook niet vóór je kind op. Doe het — zeker wanneer je kind nog jong is — liefst samen. Dat is stukken gezelliger en bovendien ben je anderhalf keer zo snel klaar.
5 Complimenteer en beloon
Reken je kind niet af op kleine foutjes. Kijk vooral of het in grote lijnen goed werk aflevert bij het speelgoed opruimen. Vooruitgang is belangrijker dan perfectie en met stroop vang je meer vliegen dan met azijn :-)! Geef je kind tijdens het speelgoed opruimen dus vooral veel complimentjes en ga na afloop als beloning samen iets leuks doen.