Als Veronique me belt klinkt ze paniekerig. Ze is vertrokken bij haar partner. Heeft haar spullen willekeurig in tassen en zakken gestopt en zit nu in haar nieuwe woning met 2 kleine kinderen. Ze komt zelf nauwelijks aan haar eigen emoties en verwerking toe. Ondertussen gaat haar werk en de zorg voor haar kinderen gewoon door. Het is qua organisatie en spullen een chaos. DE NOOD IS HOOG.
Heel dapper van haar dat ze me belt en iets aan haar situatie wil doen.
Omdat ze KLEINER IS GAAN WONEN is het PUZZELEN MET DE RUIMTE. Of ik kan helpen met keuzes maken. De ruimtes logisch in te delen. Haar spullen (deels nog ingepakt) mee kan uitzoeken en ordenen. En mee kan denken over een handige plek.
Veronique overziet het niet meer en weet niet waar te beginnen met opruimen.
Tijdens onze kennismaking wordt duidelijk dat het voor haar moeilijk is om PRIORITEITEN TE STELLEN en daarnaar te handelen. Wat is nu echt belangrijk voor mij en mijn kinderen? Waar ze het meeste naar verlangt is rust. Voor haar en haar kinderen.
Tijdens de eerst werksessie tunen we daarop in. Wat heeft prioriteit en welke stappen gaan we zetten om daar te komen?
Voor Veronique is dat rust in haar huis. Dat de overbodige spullen weg zijn. Alle dozen zijn uitgepakt. Ze niet meer gefrustreerd hoeft te zoeken naar spullen. En alles een logische, vaste plek heeft. Daarvoor bepalen we eerst de functie indeling van de verschillende ruimtes. Aan de hand daarvan weten we welke spullen (en meubels) in welke ruimte horen.
We zetten eerst de meubels op hun plek om daarna stuk voor stuk de tassen uit te pakken. Een hele klus waarin we flink doorwerken en grote slagen maken.
NA DRIE WERKSESSIES en de nodige stappen van Veronique tussendoor, met mij als support en stok achter de deur, is haar HUIS IN DE BASIS OP ORDE. Heeft IEDERE KAMER ZIJN FUNCTIE, met de bijbehorende spullen op een vaste logische plek.
Tijdens de vierde werksessie kijken we naar haar WEEKPLANNING en waar ze zoal tegenaan loopt. Het WASSEN EN WEGWERKEN VAN DE WAS, blijkt een struikelblok. Ze vergeet was uit de machine te halen en schone was stapelt zich op, op zolder. We koppelen het wassen aan een VASTE TERUGKERENDE ACTIVITEIT per week, iets wat ze niet vergeet, zoals het uit school halen van haar kinderen.
We spreken af ze op de gymdagen van haar kinderen de was doet. Drie keer per week. Voor het avondeten zet ze de was aan. Het ophangen doet ze als EERSTE WERK nadat haar kinderen op bed liggen. Ook het wegwerken van schone was plannen we op een VAST MOMENT IN DE WEEK. Ze reserveert hier tijd voor in haar agenda, om het makkelijker te maken dat het ook echt gebeurt en ze eraan herinnert wordt.
Ook een hekel punt blijkt dat haar collega (die minder zelfstandig kan werken als gedacht), ook op haar vrije dag, regelmatig een beroep op haar doet. Dit geeft haar veel onrust. Dit wil ze niet meer. ‘Ja’ zeggen tegen haar collega, betekend ‘nee’ zeggen tegen iets anders. Op de woensdag, haar vrije dag, zijn dat haar kinderen.
NEE ZEGGEN, is moeilijk voor haar. We oefenen door letterlijk een situatie na te bootsen. Ik geef haar HANDVATTEN mee met zinnen die ze kan gebruiken in een volgende situatie. En om in contact te blijven met zichzelf.
Uit ervaring weet ik dat dit tijd nodig heeft. Het is letterlijk oefenen en nog eens OEFENEN. Totdat je merkt dat je, zonder jezelf vervelend te voelen! op een prettige, duidelijke manier nee kunt zeggen.
Veronique pakt het goed op. Als ik haar na 2 weken bel, vertelt ze me dat ze al 3 keer nee heeft gezegd. Waarvan 2 keer tegen haar collega. Met moeite bleef ze toch bij haar standpunt. Ze herkent de situaties waarin ze over haar grens heen laat gaan goed. CHAPEAU POWERWOMAN!
Ik ben trots op haar. Trots op haar lef en dapperheid om deze nieuwe weg in te slaan, waarin er meer ruimte is voor haar en haar kinderen.
Zelf ook zo’n soort situatie? Vraag dan een opruimscan aan!